Als ik vanuit de taxi naar buiten kijk zie ik een aap over het dak van een gebouw lopen. Twee weken in India en ik kijk mijn ogen nog steeds uit. Olifanten, kamelen en loslopende zwijnen je komt ze allemaal tegen in het drukke stadsverkeer. Baco (zijn echte Indiase naam kunnen wij niet uitspreken dus stelde hij voor om hem Baco te noemen) onze vaste Indiase taxichauffeur legt ons uit dat we straks verder gaan met een tuktuk en zelfs het laatste stukje moeten lopen omdat de straten steeds smaller gaan worden.
“Toeterend jakkeren”
De zon brand in m’n nek, het is 43 graden en inmiddels zit ik achter in de tuktuk tussen Ilona en een bezwete Baco ingeklemd. De straten zijn stoffig en we hobbelen door de kuilen naar het binnenste gedeelte van de stad. Hier is het zo’n wirwar van steegjes dat ze niet eens een naam hebben. Met z’n drieën lopen we aan de zijkant achter elkaar. Want de steegjes zijn dan wel smal, dat belet de Indiërs niet om daar al toeterend met motoren doorheen te jakkeren. Af en toe ligt er een koe pontificaal midden in de steeg. De motoren scheuren er al acrobatische toeren uithalend langs. Een paar keer vragen we de weg.
Als we dan uiteindelijk voor het pand staan kan ik onmogelijk geloven dat we op het juiste adres zijn. Oud vervallen en het hoge pand zit potdicht. Niets wijst erop dat hier een kralenhandel zit. Bij de buren is een grote houten poort met een luik erin. Plotseling gaat het luik open en steekt er een hoofd naar buiten. Ja hoor we zijn op het juiste adres. Via het luik klimmen we naar binnen en via een smalle doorgang komen we bij het juiste pand. Via het donkere trappenhuis komen we op de 4e etage. Een gesluierde vrouw doet de deur open. We laten onze schoenen buiten staan en volgen haar. Ze klopt aan op een deur en deze gaat van het slot. Op de vloer liggen witte lakens want hier wordt niet alleen gewerkt maar ook geslapen en geleefd. De zijkanten staan vol stellingen met edelsteen kralen die mijn stoutste dromen overtreffen. Zo prachtig geslepen, zo uniek in soort en zo ontzettend veel.. Wauw!
“Aan de goden overgeleverd”
Na een lange dag edelsteen kralen te hebben bekeken, bewonderd en uitgezocht, beginnen we aan onze terugreis. En dan pas begint het avontuur echt als onze tuktuk chauffeur besluit om een stukje te gaan afsnijden. Zo vanuit een steeg draait hij tegen het verkeer in een drukke zesbaansweg op. Het is slecht 400 meter maar tot overmaat van ramp moeten we de afslag aan de andere kant van de weg hebben. Iedereen toetert voortdurend naar ons. Ik draai me, om de klap niet te hoeven aan zien komen. We zijn aan de goden overgeleverd. En dat zijn er nogal wat want we zitten per slot van rekening in India.
Maar eind goed al goed. We leven nog!!! En terwijl ik dit schrijf zit ik heerlijk met een koel biertje aan de rand van het zwembad van ons hotel. Uitkijkend naar wat de dag van morgen ons gaat brengen.
Ben je ook zo benieuwd naar die prachtig geslepen edelsteen kralen die we deze reis gekocht hebben.
Klik dan hier!
Leuk dat je de tijd neemt om ons beter te leren kennen!
Nieuwsgierig wie ik ben klik dan hier en stel ik me aan je voor.
Reageer op dit blog